ziekte van Alzheimer

klachten en aandoeningen > ziekte van Alzheimer

De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Het tast het geheugen aan, vervolgens het denkvermogen en uiteindelijk ook het vermogen om dagelijkse taken uit te voeren.  

De ziekte begint vaak op latere leeftijd en ontwikkelt zich langzaam. Het is géén normaal onderdeel van veroudering, maar de kans neemt wél toe naarmate je ouder wordt. 

In de hersenen hopen bepaalde eiwitten zich op. Ze vormen ‘plaques’ en ‘tangles’ die de communicatie tussen hersencellen verstoren. Dit zorgt ervoor dat: 

  • Zenuwcellen afsterven; 
  • Hersengebieden krimpen; 
  • Chemische boodschappers afnemen. 

Dit alles verstoort het vermogen om helder te denken, herinneringen op te slaan en dingen te organiseren. 

Meestal komt de ziekte van Alzheimer voor bij mensen ouder dan 65 jaar, maar ongeveer 5% van de patiënten is jonger. 

De symptomen zijn in het begin vaak mild, maar worden langzaam erger. Denk aan: 

  • Dingen vergeten (zoals namen of afspraken); 
  • Spullen kwijtraken in huis; 
  • Moeite met woorden vinden; 
  • Verdwaald raken op bekende plekken; 
  • Herhalingen in gesprekken. 

Later ontstaan ook problemen met: 

  • Taal en communicatie; 
  • Inzicht en coördinatie (zoals autorijden of trappenlopen); 
  • Besluitvorming en organisatie; 
  • Tijd en plaats herkennen. 

De exacte oorzaak is complex. Meestal gaat het om een combinatie van: 

  • Levensstijl; 
  • Omgevingsfactoren; 
  • Genetische aanleg. 

Bij minder dan 5% van de mensen is Alzheimer het loutere gevolg van erfelijke genetische mutaties. Dat is goed nieuws, want dat betekent dat we bij de meeste mensen via levensstijlveranderingen de ziekte kunnen vertragen of zelfs deels terugdraaien, zeker in een vroege fase.  

In de praktijk hebben wij daarbij aandacht voor: 

  • Voeding; 
  • Beweging; 
  • Slaap; 
  • Stressmanagement; 
  • Hersentraining. 

Deze aanpak is vooral geschikt voor:  

  • Mensen met milde geheugenproblemen; 
  • Mensen bij wie Alzheimer in een vroeg stadium is vastgesteld; 
  • Mensen met verhoogd risico (bijvoorbeeld vanwege familiegeschiedenis).